Stage Vercors
"Er zijn mensen die beweren dat vrouwen slechts een surrogaat zijn voor de solitaire zonde, met dien verstande dat die meer fantasie vereist."
Nu met bovenstaande vunzige vetzakkerij, die wij overigens niet zelf verzonnen hebben, maar in de loop van vorige week onder een lentezonnetje in de Vercors gelezen hebben, de toon gezet is voor de rest van het artikel, zullen wij uitwijden over hoe wij het een week met drie voor alle praktische doeleinden getrouwde vrouwen, waarvan er, daar bovenop, nog eens tweeëneenhalf schooljuffrouw waren, uithielden.
De heenrit verloopt per definitie naar onze zin. Wij hebben tijdens het rijden namelijk altijd gelijk. Zeggen wij links, dan is het links, zeggen wij rechts, dan is het rechts, willen wij een toeristisch ommetje maken, dan laten wij het busje een toeristisch ommetje maken. Eénmaal in La Chapelle-en-Vercors aangekomen en de kamerverdeling gemaakt, drie dames in één kot wegstoppen, zee van ruimte voor uw dienaar en coach Wallaert, wil de traditie dat er rondom het verblijf een looptochtje gemaakt wordt om te bekijken hoe de omgeving er uit ziet. Het verblijf heette het "Maison de l'Aventure" en daar hadden ze wel wat kaarten, zij het een oudere, al niet meer zo goed leesbare, variëteit en niettegenstaande de kreukels en vergeelde randen kon er probleemloos een toer rond het dorp uitgestippeld worden. Daar begon de miserie. Het ging naar boven: niet goed. Naar beneden dan maar: te gevaarlijk. Ten langen leste kwamen wij in een weide en daar was het plots "ik kan dat verhaal hier toch niet vertellen met Hoekie erbij". Daar bleef het gelukkig bij en de toer werd zonder verhaal, maar bovenal zonder te morren, verder gezet.
Het avondeten was het volgende moment van samenzijn. Uit de gesprekken daar bleek dat de kloof groot was. Wij vonden de douche dan wel warm, maar toch eerder onhandig, want al wat wij van een douche wensen is dat er water uit komt en dat dat water nog eens op ons hoofd valt. Wat wij niet willen is dat wij bij dat gebeuren altijd één arm moeten gebruiken om de douchekop boven ons te houden. Wij hebben er maar twee en die gebruiken wij gewoonlijk om a) een washandje vast te houden en b) om zeep op dat washandje te doen. Nog voor dat wij aan b) toekwamen hadden wij onze handdoek al zo nat gespoten, met de douchekop, wel te verstaan, dat we meer tijd nodig hadden om hem uit te wringen dan om ons af te drogen. Geheel anders was het relaas van de doucheavonturen van de dames. Het is toch zo praktisch: douchen zonder natte haren te krijgen!
Dat avondeten zelf was ook avontuurlijk. Zo kregen wij een buiten alle proportie zijnde schotel geraspte wortelen en komkommers voorgezet met de woorden "Bon appetit" en weg was ze. Dat is verdacht. Wij berustten al in ons lot en schepten dan maar ons bord vol. Na het eerste bord hadden wij nog wat honger, knaagden aan het stokbrood, aten meer wortelen, schepten komkommers bij en hoorden verder geen enkel geluid uit de richting van de keuken. Dat tot mevrouw terug kwam met de vraag "Hebben jullie genoeg of mag ik de schotel wegnemen?" "Neem maar weg...", was alles wat we konden uitkramen terwijl we al dachten aan de lege maag die onvermijdelijk zou volgen in de loop van de nacht. Dan maar bekijken wat voor training de volgende dag op het programma zou staan en terwijl die discussie in volle hevigheid losbarstte kwam daar plots toch nog een schotel lasagne aan en de zucht van verluchting blies bijna het gebouw omver. Het bleef zelfs niet bij dat want, als die schotel leeg was, kwam er nog een chocomousse als nagerecht bij kijken. Wij zijn daar geen fan van, de dames wel, maar het gebaar apprecieerden we, de daaropvolgende thee ook.
De eerste echte training vond plaats in de buurt van Corrençon-en-Vercors en was een half uurtje kaartgewenning, zoals ze dat ook met kindjes die leren zwemmen doen in het begin. Wij liepen bergen op, bergen af, zochten slecht zichtbare paadjes, trokken op kompas door de woestenij, oriënteerden fijn tussen de alomtegenwoordige inzinkingen en kwamen na nog meer bergop-bergaf bij de auto aan. Als de dames ook aankwamen kon de eerste oefening losbarsten (kaart). Een paar-onpaar, Kim met Greet en Miek die met uw dienaar mee moest. Dat liep allemaal wonderwel tot we in een open zone met veel meer steen dan waarvan wij houden voor het eerst de weg kwijt raakten. Nu vinden wij dat er ergere dingen zijn dan met Miek in het bos te verdwalen en laveerden zo rustig tot wij terug ergens kwamen waar wij het wel terug zagen. Miek was niet diezelfde mening toegedaan. De eerstvolgende klim trok ze zo hard door dat wij serieus aan de rekker hingen "ik wou niet vertragen in de bergop", lachte ze achteromkijkend. Maar hoogmoed komt voor de val en even later was de doorsteek niet al te nauwkeurig en konden wij op een "hier moet die gele strook zijn" antwoorden dat waar wij waren het volgens ons toch niet zo hard op een gele strook gelijkte en dat de gele strook naar ons gevoel de andere richting uit was. Dat moest ze toegeven en bij wijze van schervenlijmende geste vertelden wij ook maar dat ze volgens mij niet het juiste paadje opliep toen we wel aan de gele strook waren en dat de volgende pad die we kruisten inderdaad niet op de kaart stond. Daarna ging de concentratie terug omhoog en werd er foutloos de aankomst bereikt.
De tweede training was ter bevordering van het inzicht in de manier waarop Fransen kaarten tekenen. Ieder kreeg een aantal zones toegewezen en moest daarin wat lintjes toiletpapier gaan hangen. De anderen zochten die en moesten achteraf precies vertellen waar ze hingen. Uw dienaar kreeg de verste zones voor zijn rekening en haastte zich daar naar toe, hing zijn lintjes en snelde terug naar de volgende zone, alwaar we geen lintje konden vinden en ergens redeneerden dat toiletpapier naast als post te dienen nog nuttige gebruiken heeft en dat wij gehoord hadden dat bepaalde dames dat tweede gebruik nog moesten uitproberen voor ze op weg gingen. Wij liepen dus verder naar de volgende zone, kwamen daar Kim tegen die onze vermoedens bevestigde en liepen verder naar de zone van Greet. Daar sakkerden wij dat het niet meer mooi was. Was op het gedacht gekomen om net aan de rand van de getekende zone een steen te kiezen om er maar zeker van te zijn dat wij elk ander object zouden hebben afgezocht voordat wij uiteindelijk aan die steen kwamen. Een paar zones verder moesten wij een berg over en onze afdaling was niet al te nauwkeurig. Nu volgt dat inzicht meestal achteraf, zo ook nu, en dus doken wij in volle overtuiging een metersdiepe inzinking in en zagen toiletpapier liggen. Wij zijn niet van dien aard dat alleen een lintje zien goed genoeg is, wij tikken dat aan en dat wilden wij nu ook doen, maar zagen gelukkig net op tijd dat dit dan toch niet onze post was, maar een stuk toiletpapier dat voor zijn primaire functie gebruikt werd.
's Avonds bleek dat wij niet de enige gasten in ons verblijf waren. Een Fransman en een Française, ongeveer onze leeftijd, waren aan het rondtrekken in de omgeving, op zich een aanrader, want de wandelwegen zijn er erg goed aangegeven. Nu stond de tafel zo geschikt dat die veel te sociaal met ons zouden moeten zijn. Wij met vijf, oneven, en zij met twee, resulterend in een oneven aantal in totaal en u ziet de problemen al. Wij dus maar vlugvlug hun borden wat verzet zodat ze tegenover elkaar konden plaatsnemen. Wat een geluk dat wij dat deden, want anders hadden ze de avond niet overleefd. Konden elkaar niet loslaten. Wij beschreven hiervoor al hoe moeilijk het is om met één hand de douchekop vasthoudend te douchen, om met één hand uw vriendin vast te houden en met de andere mes en vork te gebruiken lijkt ons al helemaal onmogelijk. Toch leek het er sterk op dat wij de kans kregen om het uit te proberen. Miek zat tegenover uw dienaar aan de zijkant van de tafel en begon plots een strook tafel tegen de muur tot helemaal bij ons vrij te maken. Wij hadden voor een keer iets door en legden onze hand al ostentatief klaar. Dat was mis, want omdat het effectief zo uitgevoerd werd als net beschreven, net iets te opvallend dus, kwamen onze poging niet verder dan een "dat had ge wel gewild" en twee knalrode koppen, dat laatste volgens de rest van de tafel. Die rode kop kwam door de zon, was het excuus, want het was inderdaad mooi weer geweest. Wij kunnen al die klinkklare nonsens en insinuaties over Miek zonder problemen schrijven. Daar zijn twee gevolgen mogelijk. Ofwel kan ze er mee lachen, ofwel wordt ze kwaad. Zelfs als ze al kwaad zou worden en wij een scheldtirade over ons zouden krijgen, dan nog is dat aangenaam, want de doorslagjes in haar stem maken het een echte aanrader om eens mee te maken. Wij waren in het verleden al meermaals doel van zo'n stemverheffing en dan zijn anekdotes uit de studententijd altijd meegenomen. Wij hadden een nieuw paadje in de Dijlevallei gevonden. Nu liepen wij in die tijd altijd met lange oriëntatiebroek, omdat wij toen eenmaal geen korte broek hadden en stoorden ons dus niet aan enig genetel of gebraam. Op een mooie avond namen wij dat paadje met Miek, zij wél in korte broek, en gaven hoog op over de schoonheid van de natuur die we doorkruisten en kregen als antwoord niet meer dan een euh-heu. Toen wij even laten aan het station van Oud-Heverlee voorstelden om daar het paadje langs de spoorweg naar boven te nemen omdat dat een veel plezanter paadje was werden wij onmiddellijk neergebliksemd met "toenjuist was het ook een plezant paadje" op de toon die wij daarnet beschreven. Dat moet zowat het laatste zijn geweest wat er op de hele terugweg door Heverleebos gezegd was, kwestie van de herinnering levend te houden. Terugkerend naar de Vercors hield het bij dat ene voorval nog niet op! Wist zich geen blijf met haar hand en begon dan maar suikertjes voor in de thee in twee te breken, wat wij niet al te aangenaam vinden, want wij houden niet van halve dingen, eten geen halve worstjes, geen halve stukken taart en zeker geen half nagerecht en al helemaal zeker geen half klontje suiker, gesteld dat wij al suiker bij onze thee zouden doen. Een korte handbeweging was genoeg om wat extra gegrommel te doen opstijgen en wat extra lachjes aan de Belgische helft van de tafel, kwestie van aan te tonen dat de kloof verkleinde.
's Morgens aan het ontbijt waren onze Franse vrienden net iets minder in elkaar verstrengeld en wij konden ons door het taalverschil hardop afvragen wat daar de oorzaak van was. Het was een teken aan de wand voor het verdere verloop van de dag, want gemakkelijk zou het niet worden. Wij gingen trainen van aan het biathlonstadion van Raphaël Poirée. Geen stralende hemel, maar wolken en wat motregen waren ons deel vandaag. Om toch geen grootgebruiker van toiletpapier te worden, besloten wij om levende post te spelen in de voormiddag (kaart). Dat wil zeggen dat degene die eerst bij de post komt daar blijft staan totdat iedereen gepasseerd is en dan van achteren uit probeert de keten op te rollen en als eerste aan een volgende post te komen. De uitvoering van deze doorgaans erg aangename trainingsvorm werd enigszins gehinderd door omstandigheden. Greet niet helemaal fit, Miek wat last van de maag en al die vrouwelijke kwaaltjes zorgden ervoor dat wij meestal als laatste vertrokken aan de post, iedereen voorbij snelden en dan weer een tijdje stil moesten staan wachten. Na enkele posten hadden wij er zelfs genoeg van om altijd sportidentgeluidjes te maken en schakelden wij dan maar over op het emitsysteem. Toch slaagden wij er niet altijd in om als eerste aan te komen. Op een keer vergisten wij ons bijvoorbeeld van bergrug en moest Kim daar niet in volle vaart gepasseerd zijn en niet in het minst aanstalten maakte om te stoppen dan stonden wij daar nu nog steeds en Miek aan de volgende post, want dan waren wij op iedereen aan het wachten en Miek op mij en ga zo maar verder.
Het biathlonstadion had wat open ruimtes en dat was dus ideaal om eens een sprinttraining te houden net voor het middageten. Dat middageten zorgde ervoor dat wij niet konden slapen 's nachts. Wij kwamen op namen van dieren met alle mogelijk letters en bleven zo in het spel tot alleen Miek en uw dienaar nog over bleven en wij uiteindelijk niet op een dier dat met een N moest beginnen konden komen. Wij bleven die avond wakker liggen tot wij uiteindelijk op "neushoornkever" kwamen en de slaap konden vatten. De namiddagtraining bestond uit drie korte omlopen de berg op en weer af en was een toonbeeld van hoe een zulk een training efficiënt en individueel aangepast kan uitgevoerd worden.
's Avonds gaven wij een snelcursus aflossingsbaanlegging in Ocad, want Kim wou al beginnen aan de baanlegging van de openingsnachtaflossing van dit najaar op De Kluis. In vergelijking met de kaarten waarop we gelopen hadden was het een hel, want hoe je ook een been legt in Frankrijk is dat altijd moeilijk, op De Kluis altijd gemakkelijk. Toch hebben wij ondertussen vertrouwen dat het concept van de wedstrijd goed zal zitten en gaven de stiekeme hint dat eens met de spade het terrein ingaan soms een goed idee is.
De avond ervoor voelden wij ons goed, ondanks de trainingen van de voorbije dagen. Er werd dan ook stevig doorgepland. Die dag begon met het naar boven lopen van de zwarte skipiste in Corrençon, dan een afdaaltraining en met nog een schijnbaar fijn in te oriënteren, want witte, kaart voor de namiddag beloofde het een mooie, zij het koude met temperaturen van net boven het vriespunt, dag te worden. Nu hadden wij 's morgens wel wat spijt van al die planne, maar toch kregen wij weer een volle bundel toiletpapier mee om in het bos te hangen en zelfs met dat extra gewicht huppelden wij lichtvoetig de skipiste omhoog, zonder ook maar een meter te moeten wandelen. De drie dames hadden een andere mening over skipistes. Die dienen om over naar beneden te glijden, vonden ze, en dus wandelden ze er naar boven. Zelfs geen poging tot lopen!
Zoals altijd in berggebieden is een klim de moeite waard, want het terrein was echt om de vingers aan af te likken (kaart). Het begon met wat rondslingeren in rotsachtig hooggebergteterrein, draaide door wat open zones om dan in een gedetailleerde groene zone uit te komen. Daar was de flow die zo goed was in het eerste deel er wat uit. Wij zagen er niks! Hoog, laag, open, begroeid, pad, bos, rots, groen, wit, overal was het, maar nergens waar wij het verwacht hadden. Hang daar dan maar eens posten. Eén ervan hadden wij dan ook compleet verkeerd gehangen, dachten gelezen te hebben dat de post op een berg aan een rots moest staan. Genoeg plaatsen voldeden aan die voorwaarde en dus hingen wij het lintje daar maar ergens. Bleek dat het eigenlijk in een inzinking moest zijn waar beneden een rots stond. Greet zag dat wel en beklaagde het zich achteraf, want ze had een fatale bedenking waarin ze eerder aan zichzelf twijfelde dan aan uw dienaar.
Die voormiddag was een teken aan de wand voor wat er in de namiddag stond te gebeuren. Wat er op voorhand een mooie kaart met wit bos en af en toe eens een rotsje had uitgezien, bleek in werkelijkheid één rotsmassa te zijn waar enkel de allergrootste rotsen een plaats op de kaart konden versieren en waar het dan nog niet eens duidelijk was welke van die rotsen dat dan was (kaart). Wij waren aan post drie geraakt, hadden zoals aan elke post serieus met onze broek gevochten om de bundel toiletpapier terug in dat veel te kleine zakje te krijgen en vertrokken naar post vier. Wij hadden het al halvelings opgegeven om veel te willen herkennen en bekeerden ons tot lopen op kompas. Door een vallei, over een paadje, nog een vallei, volgende paadje en daar liep het mis. Wij zochten een aanvalspunt, legden het kompas nog eens langs de noorderlijn en vielen dan ook aan. Wat rotsen, valleitje, klopte perfect, tot wij plotsklaps op een weg kwamen. Dat was onmogelijk. Er mocht niet zo snel een pad komen en zeker geen pad in deze richting, om nog maar te zwijgen van een pad dat bergop ging. Wij hadden dus met andere woorden geen flauw idee waar wij waren, ergens in Corrençon-en-Vercors, dat wel, maar dat was alles wat wij ervan konden zeggen. Pad naar beneden gelopen en aan het golfterrein uitgekomen. Daar daagde het ons dat wij ons kompas niet langs de noorderlijn gelegd hadden, dat er zelfs geen echte noorderlijnen op de kaart stonden, maar enkel lijnen van een rooster, waarvan er dus een aantal naar het noorden gingen, maar even veel ook weer niet. Toen wij dan eindelijk op de juiste plaats kwamen was Greet daar ook. Vroeg of het lintje er al hing, "neen Greet, lintje hangt er nog niet". Miek kwam er net aan, zag het lintje hangen en vloog over de stenen mee naar de volgende post, enkel Kim nog het plezier gunnend van het desbetreffende en moeizaam geplaatste lintje te vinden. Die volgende post was nog redelijk snel gevonden en dan splitsten we ons weer op en kwamen elkaar natuurlijk weer tegen aan de post daarna, waar er heel wat op de kaart stond, maar waar er nog veel meer niet te zien was, niet in het minst drie ronddwalende Belgische lopers, want ook Kim was nu erbij gekomen. Zo wij enkele regels hogerop schreven dat verdwalen met Miek in het bos niet zo erg was, is dat zeker niet het geval bij het verdwalen met Miek én Kim tegelijkertijd, nu, echt verdwalen was het niet, wij waren op de juiste plaats, konden alleen het object niet vinden tussen de manshoge rotsen en metersdiepe kloven en liepen dan maar verder. Voor de dames zat het avontuur er bijna op, maar wij hadden de avond ervoor nog wat extra posten ingepland, bonusposten oorspronkelijk, nu eerder strafposten. Toch was dat allemaal nog niets in vergelijking met wat Coach Wallaert meemaakte. Ging een lintje hangen voor één van de laatste posten en viel ei zo na in een put waarvan de bodem niet te zien was. De kaart stond vol met van die putten, doorgaans in het rood gearceerd, maar deze stond er niet op en was indrukwekkender dan om het even welke andere put die er wel op stond. De Coach ging dus zijn lintje hangen en wilde dan nog eens naar die put terugwandelen om er een foto van te nemen. Niets meer, geen put te vinden, verdwenen als het monster van Loch Ness. Ook een zoektocht van de hele ploeg in het verdachte gebied leverde niets op.
Eén dag zat er nog aan te komen, met trainingen op de kaart van Herbouilly (kaart 1, 2), een plateau dat 's winters een langlaufparadijs moet zijn en op andere moment een oriëntatieparadijs. Uw dienaar liep weer in zijn vertrouwde rol rond, met een hele zak vol toiletpapier dus en een eindje voor de drie dames uit. Het was niet de dag van Greet, sakkerde aan post vijf tegen een passerende Miek dat het leek alsof uw dienaar geen lintjes had gehangen. Wij hingen ze echter wel en waren na het fiasco van gisteren weer wat beter aan het oriënteren. Het vertrouwen kwam terug. Moeilijke benen gingen vlotjes en dan kan het niet anders dan nog eens misgaan. Een foute vallei naar boven en weer ronddraaien om te zien waar die rotsen nu op de kaart te vinden waren.
Het weer was terug uitmuntend en de middagpauze in het zonnetje mocht precies langer duren, want dan hadden wij nog een extra hoofdstuk uit onze boek kunnen uitlezen, maar het mocht niet zijn. Wij vlogen terug het bos in. Gingen voor een laatste keer met ons oude vertrouwde rolletje papier op zoek naar de laatste drie posten die wij moesten hangen. De anderen hingen ook allemaal min-of-meer hun posten en konden zo zien dat dat niet zo eenvoudig is als het lijkt. Omdat er dan toch lintjes hingen kon er nog eens goed doorgelopen worden op een aantal kleine lusjes, waarna het tijd was voor een welverdiend ijsje in de winkel. Die verkocht ijs enkel per zes, en zo moest er één in de diepvriezer, een stukje taart dat nog over was van het dessert van de dag ervoor gezelschap houdend. Wie dat mocht opeten werd 's avonds beslist. Miek bleek het handigste te zijn in de avondspelletjes en mocht dan ook haar brooddoos opvullen met de taart. Uw dienaar was de chinese vrijwilliger die 's morgens na het ontbijt het ijsje naar binnen mocht spelen alvorens de reis naar huis aan te vatten. Een reis door Frankrijk is altijd een avontuur. Om daar op zo'n Franse WC niet op uw voeten te plassen, moet je al een top pipi-piloot zijn, om een uitdrukking te gebruiken die wij op de recente Samson&Gert CD konden horen onderweg. Die weg terug was extra zwaar. Kim had namelijk een steen meegenomen vanop de laatste trainingskaart, volgens haar om op De Kluis een extra post bij te kunnen zetten, of was het dan toch om zoals uw dienaar's stadsgenoot Vansummeren te kunnen zeggen: "sommigen komen met een ring af, ik breng een kassei mee". Joost mag het weten.
foto's
Nu met bovenstaande vunzige vetzakkerij, die wij overigens niet zelf verzonnen hebben, maar in de loop van vorige week onder een lentezonnetje in de Vercors gelezen hebben, de toon gezet is voor de rest van het artikel, zullen wij uitwijden over hoe wij het een week met drie voor alle praktische doeleinden getrouwde vrouwen, waarvan er, daar bovenop, nog eens tweeëneenhalf schooljuffrouw waren, uithielden.
De heenrit verloopt per definitie naar onze zin. Wij hebben tijdens het rijden namelijk altijd gelijk. Zeggen wij links, dan is het links, zeggen wij rechts, dan is het rechts, willen wij een toeristisch ommetje maken, dan laten wij het busje een toeristisch ommetje maken. Eénmaal in La Chapelle-en-Vercors aangekomen en de kamerverdeling gemaakt, drie dames in één kot wegstoppen, zee van ruimte voor uw dienaar en coach Wallaert, wil de traditie dat er rondom het verblijf een looptochtje gemaakt wordt om te bekijken hoe de omgeving er uit ziet. Het verblijf heette het "Maison de l'Aventure" en daar hadden ze wel wat kaarten, zij het een oudere, al niet meer zo goed leesbare, variëteit en niettegenstaande de kreukels en vergeelde randen kon er probleemloos een toer rond het dorp uitgestippeld worden. Daar begon de miserie. Het ging naar boven: niet goed. Naar beneden dan maar: te gevaarlijk. Ten langen leste kwamen wij in een weide en daar was het plots "ik kan dat verhaal hier toch niet vertellen met Hoekie erbij". Daar bleef het gelukkig bij en de toer werd zonder verhaal, maar bovenal zonder te morren, verder gezet.
Het avondeten was het volgende moment van samenzijn. Uit de gesprekken daar bleek dat de kloof groot was. Wij vonden de douche dan wel warm, maar toch eerder onhandig, want al wat wij van een douche wensen is dat er water uit komt en dat dat water nog eens op ons hoofd valt. Wat wij niet willen is dat wij bij dat gebeuren altijd één arm moeten gebruiken om de douchekop boven ons te houden. Wij hebben er maar twee en die gebruiken wij gewoonlijk om a) een washandje vast te houden en b) om zeep op dat washandje te doen. Nog voor dat wij aan b) toekwamen hadden wij onze handdoek al zo nat gespoten, met de douchekop, wel te verstaan, dat we meer tijd nodig hadden om hem uit te wringen dan om ons af te drogen. Geheel anders was het relaas van de doucheavonturen van de dames. Het is toch zo praktisch: douchen zonder natte haren te krijgen!
Dat avondeten zelf was ook avontuurlijk. Zo kregen wij een buiten alle proportie zijnde schotel geraspte wortelen en komkommers voorgezet met de woorden "Bon appetit" en weg was ze. Dat is verdacht. Wij berustten al in ons lot en schepten dan maar ons bord vol. Na het eerste bord hadden wij nog wat honger, knaagden aan het stokbrood, aten meer wortelen, schepten komkommers bij en hoorden verder geen enkel geluid uit de richting van de keuken. Dat tot mevrouw terug kwam met de vraag "Hebben jullie genoeg of mag ik de schotel wegnemen?" "Neem maar weg...", was alles wat we konden uitkramen terwijl we al dachten aan de lege maag die onvermijdelijk zou volgen in de loop van de nacht. Dan maar bekijken wat voor training de volgende dag op het programma zou staan en terwijl die discussie in volle hevigheid losbarstte kwam daar plots toch nog een schotel lasagne aan en de zucht van verluchting blies bijna het gebouw omver. Het bleef zelfs niet bij dat want, als die schotel leeg was, kwam er nog een chocomousse als nagerecht bij kijken. Wij zijn daar geen fan van, de dames wel, maar het gebaar apprecieerden we, de daaropvolgende thee ook.
De eerste echte training vond plaats in de buurt van Corrençon-en-Vercors en was een half uurtje kaartgewenning, zoals ze dat ook met kindjes die leren zwemmen doen in het begin. Wij liepen bergen op, bergen af, zochten slecht zichtbare paadjes, trokken op kompas door de woestenij, oriënteerden fijn tussen de alomtegenwoordige inzinkingen en kwamen na nog meer bergop-bergaf bij de auto aan. Als de dames ook aankwamen kon de eerste oefening losbarsten (kaart). Een paar-onpaar, Kim met Greet en Miek die met uw dienaar mee moest. Dat liep allemaal wonderwel tot we in een open zone met veel meer steen dan waarvan wij houden voor het eerst de weg kwijt raakten. Nu vinden wij dat er ergere dingen zijn dan met Miek in het bos te verdwalen en laveerden zo rustig tot wij terug ergens kwamen waar wij het wel terug zagen. Miek was niet diezelfde mening toegedaan. De eerstvolgende klim trok ze zo hard door dat wij serieus aan de rekker hingen "ik wou niet vertragen in de bergop", lachte ze achteromkijkend. Maar hoogmoed komt voor de val en even later was de doorsteek niet al te nauwkeurig en konden wij op een "hier moet die gele strook zijn" antwoorden dat waar wij waren het volgens ons toch niet zo hard op een gele strook gelijkte en dat de gele strook naar ons gevoel de andere richting uit was. Dat moest ze toegeven en bij wijze van schervenlijmende geste vertelden wij ook maar dat ze volgens mij niet het juiste paadje opliep toen we wel aan de gele strook waren en dat de volgende pad die we kruisten inderdaad niet op de kaart stond. Daarna ging de concentratie terug omhoog en werd er foutloos de aankomst bereikt.
De tweede training was ter bevordering van het inzicht in de manier waarop Fransen kaarten tekenen. Ieder kreeg een aantal zones toegewezen en moest daarin wat lintjes toiletpapier gaan hangen. De anderen zochten die en moesten achteraf precies vertellen waar ze hingen. Uw dienaar kreeg de verste zones voor zijn rekening en haastte zich daar naar toe, hing zijn lintjes en snelde terug naar de volgende zone, alwaar we geen lintje konden vinden en ergens redeneerden dat toiletpapier naast als post te dienen nog nuttige gebruiken heeft en dat wij gehoord hadden dat bepaalde dames dat tweede gebruik nog moesten uitproberen voor ze op weg gingen. Wij liepen dus verder naar de volgende zone, kwamen daar Kim tegen die onze vermoedens bevestigde en liepen verder naar de zone van Greet. Daar sakkerden wij dat het niet meer mooi was. Was op het gedacht gekomen om net aan de rand van de getekende zone een steen te kiezen om er maar zeker van te zijn dat wij elk ander object zouden hebben afgezocht voordat wij uiteindelijk aan die steen kwamen. Een paar zones verder moesten wij een berg over en onze afdaling was niet al te nauwkeurig. Nu volgt dat inzicht meestal achteraf, zo ook nu, en dus doken wij in volle overtuiging een metersdiepe inzinking in en zagen toiletpapier liggen. Wij zijn niet van dien aard dat alleen een lintje zien goed genoeg is, wij tikken dat aan en dat wilden wij nu ook doen, maar zagen gelukkig net op tijd dat dit dan toch niet onze post was, maar een stuk toiletpapier dat voor zijn primaire functie gebruikt werd.
's Avonds bleek dat wij niet de enige gasten in ons verblijf waren. Een Fransman en een Française, ongeveer onze leeftijd, waren aan het rondtrekken in de omgeving, op zich een aanrader, want de wandelwegen zijn er erg goed aangegeven. Nu stond de tafel zo geschikt dat die veel te sociaal met ons zouden moeten zijn. Wij met vijf, oneven, en zij met twee, resulterend in een oneven aantal in totaal en u ziet de problemen al. Wij dus maar vlugvlug hun borden wat verzet zodat ze tegenover elkaar konden plaatsnemen. Wat een geluk dat wij dat deden, want anders hadden ze de avond niet overleefd. Konden elkaar niet loslaten. Wij beschreven hiervoor al hoe moeilijk het is om met één hand de douchekop vasthoudend te douchen, om met één hand uw vriendin vast te houden en met de andere mes en vork te gebruiken lijkt ons al helemaal onmogelijk. Toch leek het er sterk op dat wij de kans kregen om het uit te proberen. Miek zat tegenover uw dienaar aan de zijkant van de tafel en begon plots een strook tafel tegen de muur tot helemaal bij ons vrij te maken. Wij hadden voor een keer iets door en legden onze hand al ostentatief klaar. Dat was mis, want omdat het effectief zo uitgevoerd werd als net beschreven, net iets te opvallend dus, kwamen onze poging niet verder dan een "dat had ge wel gewild" en twee knalrode koppen, dat laatste volgens de rest van de tafel. Die rode kop kwam door de zon, was het excuus, want het was inderdaad mooi weer geweest. Wij kunnen al die klinkklare nonsens en insinuaties over Miek zonder problemen schrijven. Daar zijn twee gevolgen mogelijk. Ofwel kan ze er mee lachen, ofwel wordt ze kwaad. Zelfs als ze al kwaad zou worden en wij een scheldtirade over ons zouden krijgen, dan nog is dat aangenaam, want de doorslagjes in haar stem maken het een echte aanrader om eens mee te maken. Wij waren in het verleden al meermaals doel van zo'n stemverheffing en dan zijn anekdotes uit de studententijd altijd meegenomen. Wij hadden een nieuw paadje in de Dijlevallei gevonden. Nu liepen wij in die tijd altijd met lange oriëntatiebroek, omdat wij toen eenmaal geen korte broek hadden en stoorden ons dus niet aan enig genetel of gebraam. Op een mooie avond namen wij dat paadje met Miek, zij wél in korte broek, en gaven hoog op over de schoonheid van de natuur die we doorkruisten en kregen als antwoord niet meer dan een euh-heu. Toen wij even laten aan het station van Oud-Heverlee voorstelden om daar het paadje langs de spoorweg naar boven te nemen omdat dat een veel plezanter paadje was werden wij onmiddellijk neergebliksemd met "toenjuist was het ook een plezant paadje" op de toon die wij daarnet beschreven. Dat moet zowat het laatste zijn geweest wat er op de hele terugweg door Heverleebos gezegd was, kwestie van de herinnering levend te houden. Terugkerend naar de Vercors hield het bij dat ene voorval nog niet op! Wist zich geen blijf met haar hand en begon dan maar suikertjes voor in de thee in twee te breken, wat wij niet al te aangenaam vinden, want wij houden niet van halve dingen, eten geen halve worstjes, geen halve stukken taart en zeker geen half nagerecht en al helemaal zeker geen half klontje suiker, gesteld dat wij al suiker bij onze thee zouden doen. Een korte handbeweging was genoeg om wat extra gegrommel te doen opstijgen en wat extra lachjes aan de Belgische helft van de tafel, kwestie van aan te tonen dat de kloof verkleinde.
's Morgens aan het ontbijt waren onze Franse vrienden net iets minder in elkaar verstrengeld en wij konden ons door het taalverschil hardop afvragen wat daar de oorzaak van was. Het was een teken aan de wand voor het verdere verloop van de dag, want gemakkelijk zou het niet worden. Wij gingen trainen van aan het biathlonstadion van Raphaël Poirée. Geen stralende hemel, maar wolken en wat motregen waren ons deel vandaag. Om toch geen grootgebruiker van toiletpapier te worden, besloten wij om levende post te spelen in de voormiddag (kaart). Dat wil zeggen dat degene die eerst bij de post komt daar blijft staan totdat iedereen gepasseerd is en dan van achteren uit probeert de keten op te rollen en als eerste aan een volgende post te komen. De uitvoering van deze doorgaans erg aangename trainingsvorm werd enigszins gehinderd door omstandigheden. Greet niet helemaal fit, Miek wat last van de maag en al die vrouwelijke kwaaltjes zorgden ervoor dat wij meestal als laatste vertrokken aan de post, iedereen voorbij snelden en dan weer een tijdje stil moesten staan wachten. Na enkele posten hadden wij er zelfs genoeg van om altijd sportidentgeluidjes te maken en schakelden wij dan maar over op het emitsysteem. Toch slaagden wij er niet altijd in om als eerste aan te komen. Op een keer vergisten wij ons bijvoorbeeld van bergrug en moest Kim daar niet in volle vaart gepasseerd zijn en niet in het minst aanstalten maakte om te stoppen dan stonden wij daar nu nog steeds en Miek aan de volgende post, want dan waren wij op iedereen aan het wachten en Miek op mij en ga zo maar verder.
Het biathlonstadion had wat open ruimtes en dat was dus ideaal om eens een sprinttraining te houden net voor het middageten. Dat middageten zorgde ervoor dat wij niet konden slapen 's nachts. Wij kwamen op namen van dieren met alle mogelijk letters en bleven zo in het spel tot alleen Miek en uw dienaar nog over bleven en wij uiteindelijk niet op een dier dat met een N moest beginnen konden komen. Wij bleven die avond wakker liggen tot wij uiteindelijk op "neushoornkever" kwamen en de slaap konden vatten. De namiddagtraining bestond uit drie korte omlopen de berg op en weer af en was een toonbeeld van hoe een zulk een training efficiënt en individueel aangepast kan uitgevoerd worden.
's Avonds gaven wij een snelcursus aflossingsbaanlegging in Ocad, want Kim wou al beginnen aan de baanlegging van de openingsnachtaflossing van dit najaar op De Kluis. In vergelijking met de kaarten waarop we gelopen hadden was het een hel, want hoe je ook een been legt in Frankrijk is dat altijd moeilijk, op De Kluis altijd gemakkelijk. Toch hebben wij ondertussen vertrouwen dat het concept van de wedstrijd goed zal zitten en gaven de stiekeme hint dat eens met de spade het terrein ingaan soms een goed idee is.
De avond ervoor voelden wij ons goed, ondanks de trainingen van de voorbije dagen. Er werd dan ook stevig doorgepland. Die dag begon met het naar boven lopen van de zwarte skipiste in Corrençon, dan een afdaaltraining en met nog een schijnbaar fijn in te oriënteren, want witte, kaart voor de namiddag beloofde het een mooie, zij het koude met temperaturen van net boven het vriespunt, dag te worden. Nu hadden wij 's morgens wel wat spijt van al die planne, maar toch kregen wij weer een volle bundel toiletpapier mee om in het bos te hangen en zelfs met dat extra gewicht huppelden wij lichtvoetig de skipiste omhoog, zonder ook maar een meter te moeten wandelen. De drie dames hadden een andere mening over skipistes. Die dienen om over naar beneden te glijden, vonden ze, en dus wandelden ze er naar boven. Zelfs geen poging tot lopen!
Zoals altijd in berggebieden is een klim de moeite waard, want het terrein was echt om de vingers aan af te likken (kaart). Het begon met wat rondslingeren in rotsachtig hooggebergteterrein, draaide door wat open zones om dan in een gedetailleerde groene zone uit te komen. Daar was de flow die zo goed was in het eerste deel er wat uit. Wij zagen er niks! Hoog, laag, open, begroeid, pad, bos, rots, groen, wit, overal was het, maar nergens waar wij het verwacht hadden. Hang daar dan maar eens posten. Eén ervan hadden wij dan ook compleet verkeerd gehangen, dachten gelezen te hebben dat de post op een berg aan een rots moest staan. Genoeg plaatsen voldeden aan die voorwaarde en dus hingen wij het lintje daar maar ergens. Bleek dat het eigenlijk in een inzinking moest zijn waar beneden een rots stond. Greet zag dat wel en beklaagde het zich achteraf, want ze had een fatale bedenking waarin ze eerder aan zichzelf twijfelde dan aan uw dienaar.
Die voormiddag was een teken aan de wand voor wat er in de namiddag stond te gebeuren. Wat er op voorhand een mooie kaart met wit bos en af en toe eens een rotsje had uitgezien, bleek in werkelijkheid één rotsmassa te zijn waar enkel de allergrootste rotsen een plaats op de kaart konden versieren en waar het dan nog niet eens duidelijk was welke van die rotsen dat dan was (kaart). Wij waren aan post drie geraakt, hadden zoals aan elke post serieus met onze broek gevochten om de bundel toiletpapier terug in dat veel te kleine zakje te krijgen en vertrokken naar post vier. Wij hadden het al halvelings opgegeven om veel te willen herkennen en bekeerden ons tot lopen op kompas. Door een vallei, over een paadje, nog een vallei, volgende paadje en daar liep het mis. Wij zochten een aanvalspunt, legden het kompas nog eens langs de noorderlijn en vielen dan ook aan. Wat rotsen, valleitje, klopte perfect, tot wij plotsklaps op een weg kwamen. Dat was onmogelijk. Er mocht niet zo snel een pad komen en zeker geen pad in deze richting, om nog maar te zwijgen van een pad dat bergop ging. Wij hadden dus met andere woorden geen flauw idee waar wij waren, ergens in Corrençon-en-Vercors, dat wel, maar dat was alles wat wij ervan konden zeggen. Pad naar beneden gelopen en aan het golfterrein uitgekomen. Daar daagde het ons dat wij ons kompas niet langs de noorderlijn gelegd hadden, dat er zelfs geen echte noorderlijnen op de kaart stonden, maar enkel lijnen van een rooster, waarvan er dus een aantal naar het noorden gingen, maar even veel ook weer niet. Toen wij dan eindelijk op de juiste plaats kwamen was Greet daar ook. Vroeg of het lintje er al hing, "neen Greet, lintje hangt er nog niet". Miek kwam er net aan, zag het lintje hangen en vloog over de stenen mee naar de volgende post, enkel Kim nog het plezier gunnend van het desbetreffende en moeizaam geplaatste lintje te vinden. Die volgende post was nog redelijk snel gevonden en dan splitsten we ons weer op en kwamen elkaar natuurlijk weer tegen aan de post daarna, waar er heel wat op de kaart stond, maar waar er nog veel meer niet te zien was, niet in het minst drie ronddwalende Belgische lopers, want ook Kim was nu erbij gekomen. Zo wij enkele regels hogerop schreven dat verdwalen met Miek in het bos niet zo erg was, is dat zeker niet het geval bij het verdwalen met Miek én Kim tegelijkertijd, nu, echt verdwalen was het niet, wij waren op de juiste plaats, konden alleen het object niet vinden tussen de manshoge rotsen en metersdiepe kloven en liepen dan maar verder. Voor de dames zat het avontuur er bijna op, maar wij hadden de avond ervoor nog wat extra posten ingepland, bonusposten oorspronkelijk, nu eerder strafposten. Toch was dat allemaal nog niets in vergelijking met wat Coach Wallaert meemaakte. Ging een lintje hangen voor één van de laatste posten en viel ei zo na in een put waarvan de bodem niet te zien was. De kaart stond vol met van die putten, doorgaans in het rood gearceerd, maar deze stond er niet op en was indrukwekkender dan om het even welke andere put die er wel op stond. De Coach ging dus zijn lintje hangen en wilde dan nog eens naar die put terugwandelen om er een foto van te nemen. Niets meer, geen put te vinden, verdwenen als het monster van Loch Ness. Ook een zoektocht van de hele ploeg in het verdachte gebied leverde niets op.
Eén dag zat er nog aan te komen, met trainingen op de kaart van Herbouilly (kaart 1, 2), een plateau dat 's winters een langlaufparadijs moet zijn en op andere moment een oriëntatieparadijs. Uw dienaar liep weer in zijn vertrouwde rol rond, met een hele zak vol toiletpapier dus en een eindje voor de drie dames uit. Het was niet de dag van Greet, sakkerde aan post vijf tegen een passerende Miek dat het leek alsof uw dienaar geen lintjes had gehangen. Wij hingen ze echter wel en waren na het fiasco van gisteren weer wat beter aan het oriënteren. Het vertrouwen kwam terug. Moeilijke benen gingen vlotjes en dan kan het niet anders dan nog eens misgaan. Een foute vallei naar boven en weer ronddraaien om te zien waar die rotsen nu op de kaart te vinden waren.
Het weer was terug uitmuntend en de middagpauze in het zonnetje mocht precies langer duren, want dan hadden wij nog een extra hoofdstuk uit onze boek kunnen uitlezen, maar het mocht niet zijn. Wij vlogen terug het bos in. Gingen voor een laatste keer met ons oude vertrouwde rolletje papier op zoek naar de laatste drie posten die wij moesten hangen. De anderen hingen ook allemaal min-of-meer hun posten en konden zo zien dat dat niet zo eenvoudig is als het lijkt. Omdat er dan toch lintjes hingen kon er nog eens goed doorgelopen worden op een aantal kleine lusjes, waarna het tijd was voor een welverdiend ijsje in de winkel. Die verkocht ijs enkel per zes, en zo moest er één in de diepvriezer, een stukje taart dat nog over was van het dessert van de dag ervoor gezelschap houdend. Wie dat mocht opeten werd 's avonds beslist. Miek bleek het handigste te zijn in de avondspelletjes en mocht dan ook haar brooddoos opvullen met de taart. Uw dienaar was de chinese vrijwilliger die 's morgens na het ontbijt het ijsje naar binnen mocht spelen alvorens de reis naar huis aan te vatten. Een reis door Frankrijk is altijd een avontuur. Om daar op zo'n Franse WC niet op uw voeten te plassen, moet je al een top pipi-piloot zijn, om een uitdrukking te gebruiken die wij op de recente Samson&Gert CD konden horen onderweg. Die weg terug was extra zwaar. Kim had namelijk een steen meegenomen vanop de laatste trainingskaart, volgens haar om op De Kluis een extra post bij te kunnen zetten, of was het dan toch om zoals uw dienaar's stadsgenoot Vansummeren te kunnen zeggen: "sommigen komen met een ring af, ik breng een kassei mee". Joost mag het weten.
foto's
3 Comments:
At 17/4/11 19:22, dries said…
Hoedje af voor de trouwe lezer die ook dit artikel in één ruk heeft kunnen lezen.
At 18/4/11 14:21, orientalp said…
N'oubliez pas de revenir les 7 et 8 mai à Corrençon :
http://orientalp.free.fr/CDL2011/AnnonceCDL7-8Mai2011Correncon.pdf
At 19/4/11 11:05, JefB said…
Het is daar 's winters een langlaufparadijs. We zijn er twee winters terug geweest, uitvalsbasis villard-de-lans.
Sublieme pistes, sublieme omgeving. Wel pistes aan de (heel) zware kant voor 't langlaufen.
Ook om te skiën meer dan OK.
Een reactie posten
<< Home